“In de Nederlandse mode-industrie is nog een gebrek aan samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaring”, zegt Esther Muñoz Grootveld, hoofd programma van platform en modebiënnale State of Fashion. “In andere disciplines in de creatieve industrie is samenwerking vanzelfsprekender. In mode wordt vaak nog op eilandjes gewerkt. Dat willen wij doorbreken.”
Met “wij” doelt Muñoz Grootveld op Taskforce Fashion, een samenwerking tussen State of Fashion en de presentatie- en ontwikkelplatforms FASHIONCLASH en stichting M-ODE. “Wij zijn hét voorbeeld dat het kan, een gelijkwaardige samenwerking tussen drie mode-organisaties, elk met eigen visie en zelfstandige activiteiten maar ook een overstijgend gezamenlijk belang”, zegt Iris Ruisch van M-ODE.
Naast Taskforce Fashion is inmiddels ook Culture.Fashion ontstaan, een netwerk met diverse stakeholders, waaronder onderwijsinstellingen als ArtEZ en AMFI, een onderzoeksinstituut als Waag, maar ook ontwerpers, modejournalisten en de drie platforms achter Taskforce Fashion. Het initiatief voor Culture.Fashion is genomen door Minister Engelshoven van OCW. “Dit is nadrukkelijk geen formele organisatie maar meer een open netwerk, waarbij elke deelnemer zijn eigen expertise en netwerk inbrengt”, verduidelijkt Ruisch.
“Wij willen onderzoeken wat de rol van ontwerpers of labels kan zijn in maatschappelijke vraagstukken als diversiteit, welvaartsongelijkheid of klimaatcrisis.”
Esther Muñoz Grootveld, State Of Fashion
Agrarische sector
Taskforce Fashion kiest voor een specifieke invalshoek: een betere aansluiting van modeontwerpers op maatschappelijke vraagstukken. “Nederlandse mode kenmerkte zich de afgelopen decennia vooral door haar artistieke en conceptuele kracht. Wij willen onderzoeken wat de rol van ontwerpers en makers kan zijn in maatschappelijke vraagstukken als diversiteit, welvaartsongelijkheid of de klimaatcrisis”, zegt Muñoz Grootveld. Een ontwikkeling die overigens al is ingezet, “De jonge generatie ontwerpers werkt hybride en zoekt samenwerking met bijvoorbeeld activisten, wetenschappers of zelfs de agrarische sector.”
Taskforce Fashion startte eind vorig jaar het onderzoek Residency for Responsible Fashion. Popovic: “Hiervoor is een gemêleerde groep van vijftien jonge en ervaren ontwerpers geselecteerd, met maatschappelijke betrokkenheid als vanzelfsprekend criterium. Eén van de selectievragen was: waar voel jij je verantwoordelijk voor als modeontwerper?”, zegt Popovic van FASHIONCLASH.
De vijftien deelnemers zijn verdeeld over residency’s in drie steden. In Maastricht buigen de vijf ontwerpers zich onder leiding van FASHIONCLASH over Positive Health. “Zuid-Limburg is een regio die kampt met grote gezondheidsproblemen. Hoe kan mode bijdragen aan bijvoorbeeld het vergroten van de weerbaarheid en het welzijn?” In Tilburg, een stad waar ruim 40 procent van de jongeren laagopgeleid is en één op de vijf huishoudens een minimuminkomen heeft, onderzoekt M-ODE met de deelnemers jeugdcriminaliteit. Het Rotterdamse team neemt samen met State of Fashion mode in relatie tot sociale cohesie onder de loep in Het Oude Noorden, een wijk die in een rap tempo gentrificeert.
“Beleidsmakers en overheidsinstellingen nodigen steeds vaker creatieven uit voor een brainstormsessie; dat zijn dan architecten, social designers of zelfs kunstenaars maar zelden een modeontwerper. Dat moet veranderen.”
Branko Popovic
Maatschappelijke discussies
De achterliggende motivatie voor deze Residency for Responsible Fashion is dan ook alternatieven bieden voor de vastgeroeste opvattingen over hoe jonge ontwerpers een loopbaan opbouwen. “Wij laten zien je ook met sociale projecten of door samenwerking met mensen uit heel andere disciplines een waardevolle praktijk kunt bouwen”, aldus Ruisch. “Daarvoor moet je als ontwerper kunnen reflecteren op de tijdgeest en wereld om je heen. Het vertrekpunt is weliswaar mode maar het eindresultaat kan ook een grafisch ontwerp zijn of emancipatieproject voor een achtergestelde bevolkingsgroep. De kracht van mode is dat het een ever-evolving proces is met de nodige ups & downs als essentiële leermomenten.”
“Duurzaamheid, innovatie en maatschappelijk engagement gaat in mode niet langer over het eindproduct. De kracht van mode is dat het een ever-evolving proces is met de nodige ups & downs als essentiële leermomenten.”
Iris Ruisch, M-ODE
Muñoz Grootveld vult aan: “Wat zijn dan die specifieke kwaliteiten van een modeontwerper, is een van de achterliggende vragen. Dan kun je denken aan kennis van gedrag en identiteit en de manier waarop mensen communiceren. Die kennis is ook waardevol voor projecten die niet specifiek zijn gericht op mode.”
Met deze drie praktijkprojecten neemt Taskforce Fashion het voortouw in de verbreding van het werkveld van modeontwerpers. “Tegelijkertijd willen wij ook de buitenwacht overtuigen dat mode kan bijdragen aan maatschappelijke discussies. Beleidsmakers en overheidsinstellingen nodigen steeds vaker creatieven uit voor brainstormsessies over maatschappelijke vraagstukken. Dat zijn dan vaak architecten, social designers of zelfs kunstenaars, maar zelden een modeontwerper. Door samen te werken met deze drie gemeenten willen wij dat veranderen. Het opent deuren als je kunt zeggen: wij willen ook een positieve bijdrage leveren aan jullie stad. Feitelijk zijn wij ook lobbyvoerders.”
Verdienmodel en waardecreatie
Taskforce Fashion is in 2019 in het leven geroepen in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie. “Wij kenden elkaar toen nauwelijks en zijn ook zeer verschillende organisaties. Maar daarin schuilt juist de kracht”, zegt Ruisch. Zo prijst zij FASHIONCLASHom de unieke en onafhankelijke koers. “Door mode te presenteren bijna als een artistieke performance hebben ze, nota bene vanuit Maastricht, een landelijke bijdrage geleverd aan de verbreding van mode.” Volgens Muñoz Grootveld brengt Ruisch met haar lange beroepservaring veel persoonlijke relaties in met zowel ontwerpers als de industrie. “Zij kent echt iederéén.” Popovic op zijn beurt ziet State of Fashion als hét inhoudelijke kennisinstituut, en Muñoz Grootveld als iemand die ook kennis meebrengt vanuit het design en architectuurveld.
De Residency for Responsible Fashion is het tweede onderzoeksproject van Taskforce Fashion. In 2019 werden al vijftien ontwerpers uitgenodigd voor het project Fashion After Flood. “Daar was het uitgangspunt veel specifieker: laat je als modeontwerper beïnvloeden door de stijgende zeewaterspiegel”, zegt Ruisch. Alle kennis uit dit onderzoek is gedeeld op de Taskforce-website. Daarnaast werd Fashion After Flood afgesloten met een onorthodoxe presentatie op de Jan van Eyck Academie, geleid door een theatermaker en begeleid door een cellist. “Met de huidige residency’s willen we nog sterker benadrukken dat het proces waarmee mode wordt gerealiseerd net zo waardevol is als het eindresultaat.
Hoe de Residency for Responsible Fashion dit voorjaar wordt afgesloten is vooralsnog open. Muñoz Grootveld: “Het gaat juist om het ontwikkelen van nieuwe presentatie-vormen en waardecreatie in mode. En vooral ook om het delen van ontwikkelde kennis.”
Het is een uitdagende tijd voor mode. Het is niet mogelijk om nieuwe creaties te tonen en er is nauwelijks plek voor uitwisseling van ideeën. Tegelijkertijd is er de noodzaak van innovatie en verduurzaming. Daarom is er juist nu behoefte aan een open netwerk van modeprofessionals waarin urgente thema’s worden geagendeerd. In het samenwerkingsverband Taskforce Fashion en het netwerk Culture.Fashion maken diverse mode-partijen in Nederland zich hier hard voor.